TERUGBLIK
Zucht. We zitten net aan onze zaterdagse patatjes, en de regel is, in principe: onder het eten niet van tafel. Maar Xander is net een paar weken zindelijk. 'Nou, vooruit dan maar, dan gaan we even.'
Ik laat hem plassen en til hem voor het gemak zelf van de wc af. Hup, de broek weer aan, en Xander holt terug naar de tafel om verder te genieten van vooral zijn frikandel. Net voor ik de klep van de wc dicht doe en door wil trekken, denk ik: hè? Wat een rare kleur in de pot! Ik kijk iets aandachtiger. Ik kan niet goed zien wat het nu is. Heeft Xander er iets voor de grap in gegooid? Ik haal mijn schouders op. Het zal wel. Ik trek door, en loop weer terug om verder te eten. Maar toch, het laat me niet helemaal los.
Het is inmiddels half 7, tijd voor Xander om hem in bad te doen. 'Xander, nog even een keer plassen!'. Ik wil toch eens zien of ik weer een gekke kleur zie.
Verdraaid, het is er weer. Ik bestudeer het beter. Het lijkt bloed! Ik kijk nog wat beter, ja, nu zie ik het goed. Wat gek!
Wat nu? Xander geeft totaal geen zieke indruk, maar het is toch wel raar. Ik bel mijn moeder eens op. De wandelende encyclopedie van alles wat maar met medische dingen te maken heeft. Ze adviseert me toch even de huisartsenpost te bellen.
Ik bel. 'Heeft Xander ook koorts?' 'Nee, dat niet.' 'Heeft u dat gemeten bij hem?' 'Uh, nee, eigenlijk niet..' 'Doe dat toch maar even..'
38,0. Toch te hoog.
'Vang even een plas op. U kunt om 19.45 uur terecht bij de huisartspost'.
Het gesprek is ten einde. Maar vlak voor ik de hoorn er weer op gooi, schiet me ineens wat te binnen. 'Misschien is dit nog van belang om te weten: het valt mij de laatste tijd op dat Xander regelmatig een harde buik heeft. We dachten steeds dat het spanning was, want als we het masseren, moet hij vaak daarna naar de wc.' Ik hoor getyp op de achtergrond. 'Ik heb het erbij gezet, we zien u graag straks met Xander.'
Met een spa-blauw flesje met urine die de kleur heeft van limonade, vertrekken we naar de huisartsenpost. Ik google onderweg eens op zijn symptomen. Blaasontsteking, daar kom ik op uit.
Een jonge huisarts vangt ons op. Ons, dat zijn Xander en ik. Coronaprotocol, Ronald mag niet mee naar binnen. En de huisarts is eerlijk. De urine geeft net iets een ontsteking aan. Die koorts, die kan daar vandaan komen.
Verdraaid, het is er weer. Ik bestudeer het beter. Het lijkt bloed! Ik kijk nog wat beter, ja, nu zie ik het goed. Wat gek!
Wat nu? Xander geeft totaal geen zieke indruk, maar het is toch wel raar. Ik bel mijn moeder eens op. De wandelende encyclopedie van alles wat maar met medische dingen te maken heeft. Ze adviseert me toch even de huisartsenpost te bellen.
Ik bel. 'Heeft Xander ook koorts?' 'Nee, dat niet.' 'Heeft u dat gemeten bij hem?' 'Uh, nee, eigenlijk niet..' 'Doe dat toch maar even..'
38,0. Toch te hoog.
'Vang even een plas op. U kunt om 19.45 uur terecht bij de huisartspost'.
Het gesprek is ten einde. Maar vlak voor ik de hoorn er weer op gooi, schiet me ineens wat te binnen. 'Misschien is dit nog van belang om te weten: het valt mij de laatste tijd op dat Xander regelmatig een harde buik heeft. We dachten steeds dat het spanning was, want als we het masseren, moet hij vaak daarna naar de wc.' Ik hoor getyp op de achtergrond. 'Ik heb het erbij gezet, we zien u graag straks met Xander.'
Met een spa-blauw flesje met urine die de kleur heeft van limonade, vertrekken we naar de huisartsenpost. Ik google onderweg eens op zijn symptomen. Blaasontsteking, daar kom ik op uit.
Een jonge huisarts vangt ons op. Ons, dat zijn Xander en ik. Coronaprotocol, Ronald mag niet mee naar binnen. En de huisarts is eerlijk. De urine geeft net iets een ontsteking aan. Die koorts, die kan daar vandaan komen.
Maar die harde buik...? De huisarts geeft eerlijk aan: 'Ik voel niet elke dag een buik van een 4-jarig kind. Het zit inderdaad wat aan de rechterkant, en ik begrijp wat je bedoelt. Het voelt hard.
Wat is wijs? Weet je, ik bel toch even voor de zekerheid met de kinderarts'.
Van de huisartsenpost naar de spoedeisende hulp. We moeten buitenom lopen, coronaprotocol. De huisarts vraagt nog snel: 'mag ik je later bellen, om te horen hoe het is afgelopen? Ook voor mij een leermoment!'
Ronald rijdt de auto naar de ingang bij de spoedeisende hulp. En weer mag hij niet mee naar binnen.
Het is inmiddels al tegen negenen. We worden vriendelijk opgewacht door een verpleegkundige, en die zegt als één van de eerste dingen: 'Hij heeft wel echt een vooruitstekende buik hè!'
Ja, dat heeft hij. Altijd zelf onder de welbekende kleuterbuik geschaard. Met de kennis van nu kijk ik heel anders naar foto's van voor de diagnose...
De focus lijkt helemaal weg van de bloed bij de urine, de buik is nu het belangrijkste geworden.
De bekende controles worden gedaan, ook de bloeddruk. En die blijkt veel te hoog. Spanning, dat zal het zijn. Het is laat, Xander is moe en vindt het allemaal spannend. Logische verklaring.
Wat is wijs? Weet je, ik bel toch even voor de zekerheid met de kinderarts'.
Van de huisartsenpost naar de spoedeisende hulp. We moeten buitenom lopen, coronaprotocol. De huisarts vraagt nog snel: 'mag ik je later bellen, om te horen hoe het is afgelopen? Ook voor mij een leermoment!'
Ronald rijdt de auto naar de ingang bij de spoedeisende hulp. En weer mag hij niet mee naar binnen.
Het is inmiddels al tegen negenen. We worden vriendelijk opgewacht door een verpleegkundige, en die zegt als één van de eerste dingen: 'Hij heeft wel echt een vooruitstekende buik hè!'
Ja, dat heeft hij. Altijd zelf onder de welbekende kleuterbuik geschaard. Met de kennis van nu kijk ik heel anders naar foto's van voor de diagnose...
De focus lijkt helemaal weg van de bloed bij de urine, de buik is nu het belangrijkste geworden.
De bekende controles worden gedaan, ook de bloeddruk. En die blijkt veel te hoog. Spanning, dat zal het zijn. Het is laat, Xander is moe en vindt het allemaal spannend. Logische verklaring.
De kinderarts komt binnen. Ze bekijkt de waarden, en begint aan de buik te voelen. De ene kant, de andere kant. En ze blijft voelen. En dan is ze eindelijk klaar.
Ze kijkt me aan. 'Ik voel daar iets zitten. Iets wat niet normaal is. En zoals ik het nu kan voelen gaat het uit van de nier.
Het kunnen wat mij betreft twee dingen zijn.
Of het is een nierafsluiting.
Of het is een tumor.'
Ik kijk haar aan. En ineens springen de tranen in mijn ogen. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Uiteindelijk zeg ik: 'Ronald, mijn man, is buiten in de auto. Mag hij naar binnen komen?' En vanaf dat moment vervalt het coronaprotocol voor ons. Ik bel hem. 'Ronald, kun je komen, er is iets waarschijnlijk niet goed met Xander. Ze denken dat het misschien een tumor is.' Via een zijingang mag hij naar binnen komen. We worden in een wachtruimte gezet, en de radioloog wordt gebeld.
Xander krijgt een echo. Hij vindt het ontzettend spannend. En behalve het geruststellen, zijn de radioloog en betrokkenen vrij stil. Het werk wordt gedaan.
Als we de kamer uitlopen ben ik degene die als laatste vertrekt. En ik zie, zonder dat er wat gezegd wordt, de blik tussen de radioloog en de arts. Zakelijk, stil. En ik weet het. Er klopt iets niet, er ís wat aan de hand.
Na ruim een uur, ook omdat de bloeduitslagen nog binnen moeten komen, komt dan de boodschap. Een verpleegkundige gaat Xander bezig houden, en de arts en een assistent nemen ons mee in een kamertje.
Een tumor. 13 bij 18 cm. Nee, het beste is om onmiddellijk door te gaan naar het Prinses Maxima Centrum, want die bloeddruk moet zo snel mogelijk naar beneden. Bovendien, hoe eerder we in de molen zitten, hoe beter.
We krijgen alle credits om, ondanks het coronaprotocol, gewoon door het ziekenhuis zelf te mogen lopen. Meelevende blikken, en een warme deken voor Xander voor onderweg naar het PMC. Je merkt aan iedereen: deze boodschap hadden ze ons niet willen geven. Maar het is er. En nu willen ze ons zo goed mogelijk uitgeleide doen naar het PMC.
Daar staan we dan...
En de huisarts? Die belt de volgende morgen. 'Hoe is het afgelopen?'
'Tja, niet zo goed, we zitten inmiddels in het Prinses Maxima Centrum in Utrecht....'
Het blijft een poos stil aan de telefoon. Dat had hij niet zien aankomen.
Ik bedank hem. Niet omdat hij een diagnose kon stellen, maar omdat hij eerlijk aangaf wat hij wel en niet wist, en daarom hulp inschakelde bij de kinderarts.
Het is inmiddels een jaar verder. We hebben een indrukwekkende, bijzondere, moeilijke maar ook waardevolle periode achter de rug. Het gaat goed met Xander. Aan niets is meer te merken dat hij zo ziek is geweest. Zijn haar zit weer conform zijn pre-ziekzijn-periode, het lopen gaat steeds beter, en hij wordt groot.
Vandaag is een dag van terugblikken, maar ook van vooruitkijken. We zijn dankbaar.
Voor alle goede dingen die het afgelopen jaar ons gegeven heeft. Dat we nu in staat zijn om fijn met z'n drieen op vakantie te zijn. Voor alles wat dit jaar ons geleerd heeft. En dat het nu zo ongelooflijk goed gaat met ons dappere kereltje.
Lieve Nienke, Xander is groot, maar jij bent het afgelopen jaar ook groot(s) geworden! Miep.
BeantwoordenVerwijderen